Spaans A2 – nivel Intermedio
Als u een basiskennis van het Spaans heeft op A1+ niveau, dan hebt u al wat Spaans geleerd en dan kunt u met deze vervolgcursus A2 aan de slag. Het doel van de cursus is het verbeteren en uitbreiden van de taalvaardigheid en de grammaticale en lexicale kennis. Ook bij deze cursus ligt de nadruk het verwerven van spreek- luister- en leesvaardigheid en wordt gebruik gemaakt van rollenspellen en situatieschetsen over allerlei thema’s uit het dagelijkse leven. We gebruiken als basis het boek Aula Internacional 2 Nueva Edición. Verder lezen we een boekje op A2 niveau en een aantal tijdschriftartikelen. We werken aan een taaltaak en houden een kort vooraf ingeoefend praatje voor de klas.
Schema A2.1
UNIDAD AULA 2
|
THEMA EN TAALMATERIAAL
|
1
EL ESPAÑOL Y TÚ
|
Introducción cursillo A2.1 la charla, el libro, la tarea Una entrevista en vertellen wat moeilijk is in het Spaans en wat je nog wilt leren Hablar de hábitos herhalen werkwoorden presente, vertellen over dingen die je elke dag doet, gewoonten Me cuesta y me siento inseguro problemen bij Spaans en talen leren Recomendaciones trucs en tips bij het leren van talen |
2
UNA VIDA DE PELÍCULA
|
Fueron los primeros vertellen over de eerste keer in de verleden tijd El cine español Hablamos del pasado gebeurtenissen in het verleden met de pretérito indefinido Ayer y hace dos años bepalingen van tijd : marcadores temporales El curriculum vertellen over je levensloop en belangrijke plaatsen in je leven Biografías y otras historias vertellen over gebeurtenissen in de verleden tijd Una experiencia interesante vertellen over een reis of vakantie |
3
HOGAR DULCE HOGAR
|
La casa ideal over verschillende soorten huizen praten Expresar gustos y preferencias herhalen gustar encantar preferir Cosas imprescindibles en casa meubels beschrijven (materiaal, plaats) posesivos el mío, el tuyo es suyo etc. Ubicar objetos en el espacio voorzetsels sin, con, debajo etc. La tuya es más bonita: las comparaciones: trappen van vergelijking La casa ideal repitimos los usos de ser estar y hay |
Venga a leer
|
Hacemos una clase especial y tratamos un libro de Lola Lago |
Schema A2.2
UNIDAD AULA 2
|
THEMA EN TAALMATERIAAL
|
4
¿CÓMO VA TODO?
|
¿Me dejas o me das? pedir objetos, pedir acciones y favores y justificarse ¿Cómo lo dices? situaciones en que pides algo o te justificas o rechazas una invitación, iets vragen verzoeken of een uitnodiging afslaan op verschillende beleefdheidsniveaus. |
5
GUIA DEL OCIO
|
Actividades de ocio : praten over vrije tijd in het heden en verleden en toekomst (presente perfecto herh.) Horarios: openingstijden en klokkijken herh. Ya y todavía no: relatar experiencias pasadas y describir lugares Intenciones y proyectos: futuro inmediato Plannen voor vakantie in de nabije toekomst |
6
NO COMO CARNE
|
Hábitos alimentarios vertellen over eetgewoonten, woordenschat levensmiddelen Dietas y recetas (pronombres personales Objeto Directo) Recepten en voornaamwoorden lijdend voorwerp (la, lo, los, las) Maten en gewichten. Las patatas se lavan onpersoonlijke uitdrukkingen, en gebruik ser, estar y, pero y además algunos conectores. La dieta o un régimen: mantenerse en forma |
7
NOS GUSTÓ MUCHO
|
Hablar de hábitos experiencias pasadas Vertellen over belevenissen tijdens een reis in het verleden. Herhalen pretérito perfecto en preterito indefinido Valorar vertellen wat leuk en niet leuk was in de verleden tijd met gustar en parecer El deseo de hacer algo aangeven wat je graag zou willen doen in de toekomst met me gustaría Valorar cosas y personas y actibvidades Beschrijven mensen, dingen en activiteiten met parecer en pasárselo bien / mal |
Schema A2.3
UNIDAD AULA 2
|
THEMA EN TAALMATERIAAL
|
8
ESTAMOS MUY BIEN
|
El cuerpo perfecto lichaamsdelen benoemen Me duele mucho…….vertellen over pijn, kwaaltjes, ziek zijn met bijvoorbeeld het werkwoord doler Consejos raad geven aan iemand met een probleem Herhalen ser en estar Cómo esta es Beschrijven mensen en zaken met met ser en estar, herhaling en verdieping. |
9
ANTES Y AHORA
|
La historia beschrijven van gewoonten en omstandigheden in het verleden met de pretérito imperfecto Formas verbales del pretérito imperfecto Hablar de hábitos, costumbres, circunstancias en el presente y en el pasado Antes en España vertellen hoe het vroeger was en mening geven over hoe het nu is met todavía en ya Marcadores temporales del pasado y del presente ¿Estás de acuerdo? Argumentar y debatir |
10
MOMENTOS ESPECIALES
|
Las acciones de la historia vertellen over gebeurtenissen en handelingen in het verleden met de pretérito indefinido en de pretérito imperfecto ¿Qué pasó entonces? Herhalen pretérito indefinido vorm en gebruik El contraste entre el pretérito indefinido y el pretérito imperfecto Cuando estaba lloviendo estar + gerundio in de verleden tijd Viaje al pasado, cuando éramos pequeños |